NL

• 1.
  Verwijder het wiel. Ontkoppel de slijtage-indicator (en), indien aanwezig.
  Verwijder met geschikt gereedschap de borgpennen en veren van de remblokken. Verwijder de remtang zonder de remslang los te koppelen.
• 2.
  Verwijder de bouten waarmee de remtang beugel aan de fusee is bevestigd.
• 3.
  Verwijder de schroeven waarmee de remschijf is bevestigd.
• 4.
  Verwijder de remschijf van de naaf.
• 5.
  Verwijder vuil en roest van het naafoppervlak met een staalborstel of schuurspons.
  Controleer of het oppervlak niet is vervormd of beschadigd. Controleer de staat van de wiellagers.
• 6.
  Gecoate remschijven hoeven niet voorafgaand aan montage te worden gereinigd.
  Blanco of niet gecoate remschijven moeten voorafgaand aan montage worden gereinigd en ontvet.
• 7.
  Installeer de nieuwe remschijf op de naaf en bevestig deze op zijn plaats met de borgschroef (schroeven).
• 8.
  Meet met een meetklok die aan de ophangbeugel is bevestigd de slingering van de remschijf op ca. 10 mm van de buitenomtrek. slingering mag 0,1 mm niet overschrijden!
• 9.
  Monteer de remtang beugel. Monteer nieuwe remblokken aan. Let op de juiste montage positie op richting gebonden remblokken. Installeer de borgpennen en veren van de remblokken met geschikt gereedschap. Monteer de remtang.
• 10.
  Monteer het correct gebalanceerde wiel. Zet de wielbouten vast volgens de specificaties van de fabrikant. Doe dit in een kruislings patroon.
• 11.
  Maak een proefrit met het voertuig en rem enkele malen rustig om ervoor te zorgen dat de nieuwe remblokken en de nieuwe remschijven volledig contact maken. Vermijd voor de eerste 200 - 300 km hard remmen om ervoor te zorgen dat de remblokken goed op de remschijf inlopen.